Dag 7 – Berg op, berg af in Jeruzalem

Maandagochtend staan we weer vroeg op om 7.45 uur de bus in te gaan. Onze laatste volle dag in Jeruzalem. De bus brengt ons naar City of David, de stad van koning David. We starten ons bezoek met een prachtige 3D-film over hoe David de stad innam, via de tunnels van de waterbron naar de stad. Daarna klimmen we op het uitkijkpunt en vat onze gids samen wat we gezien hebben en gaan zien: olijfberg, tempelplein en sionsberg.

In het buitentheater, waar ‘s avonds een lichtshow getoond wordt, lokken we Marianne en Pieter weg van de groep om ze te verrassen. Marianne is namelijk vandaag jarig en Pieter woensdag. Vanochtend bij het ontbijt had iedereen Marianne al gefeliciteerd. Zoveel felicitaties op haar verjaardag vond Marianne bijzonder fijn. Clarie en Jan hebben het volgende lied op de wijs van ‘halleluja’ voorbereid dat wij met zijn allen voor het echtpaar hebben gezongen:

1
Wie staan daar beiden naast elkaar
Piet en Marian, en heel echtpaar
Waarom staan zij daar samen blij te wezen
Ze vieren met ons een groot feest
Zo groot is het nog nooit geweest
Dat is van hun gezichten af te lezen

Marian Pieter
Pieter Marian
Marian Pieter
Pieter Marian

2
Marian is jarig deze dag
En Pieter woensdag met een lach
In Israël, ja in de stad van David
Wat is het mooi om hier te zijn
Met broers en zussen, wat een gein
We heffen straks het glas op hun le chaïm

Pieter Marian
Marian Pieter
Pieter Marian
Marian Pieter

3
We wensen jullie met elkaar
En heel gezond, gezegend jaar
Met kinderen en vrienden en familie
En wat de toekomst brengen mag
‘t Is ongetwijfeld traan en lach
Jeruzalem, de stad waar alles gaaf is

Halleluja (4x)

Dan gaan we de tunnels in, zoals de vrouwen in de tijd van koning David naar de waterbron liepen om water te halen. Er zijn twee tunnels genaamd wet tunnel en dry tunnel. De wet tunnel, aangelegd door koning Hizkia, is bijna 500 meter lang en het water staat op sommige punten 70 cm hoog. Die uitdaging gaan we niet aan. Al was het maar vanwege de kou en regen vandaag. Een flink koude bries teistert de straten van Jeruzalem, het is een graad of 9 en het regent bijna de hele dag. We kiezen voor de dry tunnel, die wel nauw is. Op het smalste punt 40 cm breed. Met een kwartier zien we het daglicht weer.

Vervolgens lopen we naar de badplaats Siloam. De plek waar een blindgeborene weer zicht kreeg, zoals beschreven in Joh. 9:1-12. Jezus maakt wat modder met spuug en smeert het op de ogen van de blinde en zegt: ‘Ga naar het badhuis van Siloam en was u daar’. Siloam betekent in onze taal ‘gezondene’. De man ging weg, waste zich en toen hij terugkwam kon hij zien.

Na een kop koffie, duiken we de volgende tunnel in, die terugloopt naar de oude stad. De tunnel wordt steeds lager en lange mensen, zoals ik, gaan het grootste gedeelte gebukt erdoorheen. We komen boven bij de achterkant van de westelijke muur.

 

Het is maandag en dat merken we. Van de week leerden we al dat een bar mitswa vaak op maandag of donderdag wordt gevierd, zodat er familie van ver kan komen. Ook omdat maandag- en donderdagochtend er uit de Tora wordt gelezen. Een jongen van 13 viert bar mitswa door een gedeelte uit de Tora voor te lezen en wordt begeleid door een vrolijke stoet familie en vrienden. We komen meerdere groepen tegen die bar mitswa vieren met luid kabaal, muziek en gezang. Omstanders worden aangemoedigd het feest mee te vieren. We zien ook een bar mitswa waar ze ballonnen oplaten.

We staan in de rij voor het tempelplein dat vijf dagen per week elke ochtend en middag twee uur open is voor toeristen. Eerst komen we langs de Al Aqsa moskee. Van daar lopen we door naar de gouden koepel. De gouden koepel staat op de plek waar vroeger zowel de tempel van Salomo en de tweede tempel, gebouwd na de ballingschap. Wist je dat de platen van de koepel in Nederland gemaakt zijn?

Na de lunch gaan we de Joodse wijk in. Daar zien we een Romeinse cardo, een grote straat met aan weerszijden pilaren waar handel gedreven werd. In de tweede eeuw na Christus is deze gebouwd in opdracht van Houssein.

Op de Sionsberg aangekomen, bezoeken we de plek waar mogelijk het laatste avondmaal plaatsvond. Op die plek is een kerk gebouwd. Men denkt dat dit de locatie zou kunnen zijn, omdat er een bovenzaal is en men vermoed dat het op de Sionsberg was. Voor de liefhebbers is er nog de kerk waar Maria is ontslapen (dood is gegaan dus). Het grootste deel van onze groep duikt echter het café in voor warme dranken, omdat iedereen nat en koud is. Ondanks het weer hebben we een mooie dag gehad. Mede door ons gezang bleef de moed erin en hadden we lol.

Persoonlijk vind ik een hoop stenen niet altijd iets toevoegt. Daarom geef ik tot slot iets mee wat ik vandaag las: ‘Duizenden stenen zijn getuigen geweest van de geschiedenis en zwijgen’. Gisteren werd ons verteld dat we beter aandacht kunnen besteden aan de levende stenen van Jeruzalem: de mensen. Geen steen leert je zoveel als een ontmoeting.

– Harold